Wie maakt zich er niet schuldig aan? Tijdens het voeren van een telefoongesprek in de weer gaan met pen en papier en tamelijk gedachteloos een tekeningetje maken; van een landschap of een marsmannetje. Vaak een eenvoudig tekeningetje, maar toch ook wel creatief en uniek. Grote kans dat niemand ooit exact dezelfde tekening heeft gemaakt of, zoals de wet het zo keurig omschrijft, een 'werk' en een 'voortbrengsel van de geest' en er een auteursrecht aan toekent.
Nu is een simpel tekeningetje vrij banaal, maar een auteursrecht wint flink aan belang als het in een werkomgeving ontstaat en relevant is voor een onderneming. Denk bijvoorbeeld aan dat aansprekende filmpje dat wordt gemaakt voor de LinkedIn- of Instagram-pagina, of het pakkende artikel dat geschreven wordt voor de website of een magazine. Wie krijgt dan het auteursrecht?
In een normale arbeidsrelatie is de wet daar duidelijk over. In de auteurswet (artikel 7) is bepaald dat de auteursrechten op een werk (het 'voortbrengsel van de geest') dat door een werknemer tijdens zijn werkzaamheden wordt gecreëerd toekomen aan de werkgever. Daar is verder geen regeling voor nodig in de arbeidsovereenkomst. Als je hiervan wil afwijken, dan zul je dat apart moeten vastleggen zodat duidelijk is voor welke werken de auteursrechten bij de werknemer blijven. Doe je dat niet, dan geldt de hiervoor genoemde hoofdregel. De werknemer krijgt wel zogeheten morele rechten, maar de echte auteursrechten, en dus het recht om deze te handhaven, zijn voor de werkgever.
Maar als hetzelfde werk wordt uitgevoerd door een zzp'er, dan ligt het plotseling anders. De wet regelt weliswaar dat het auteursrecht op een werk dat wordt gemaakt onder leiding en toezicht van een opdrachtgever aan hem zal toekomen, maar kenmerkend voor een zzp-relatie is dat de zzp'er (vooral ingegeven door fiscale eisen) zelfstandig en naar eigen inzicht de werkzaamheden verricht. Daarmee wordt niet voldaan aan het hiervoor genoemde criterium, met als gevolg dat de zzp'er auteursrechthebbende wordt voor de werken die hij in het kader van zijn opdracht maakt, en niet de opdrachtgever. Zo lang het om banale zaken (het tekeningetje in de inleiding) gaat, dan maakt dat natuurlijk niet zoveel uit. Maar als de zzp'er bijvoorbeeld het nieuwe bedrijfslogo ontwerpt, content creëert voor de website en social media, of software-oplossingen maakt, dan kan de opdrachtgever voor lelijke verrassingen komen te staan. De zzp'er kan bijvoorbeeld aanspraak maken op een vergoeding voor gebruik van zijn auteursrecht, of gebruik zelfs laten verbieden als er geen afspraak is gemaakt over het gebruik daarvan.
Natuurlijk speelt dat pas als de verhouding tussen zzp'er en opdrachtgever dermate verslechterd is dat de samenwerking beëindigd is. Maar dan is het tegelijkertijd vaak te laat om hierover 'normale' afspraken te maken. Met een kleine aanpassing in de overeenkomst van opdracht (het opnemen van een bepaling die regelt dat het auteursrecht toebehoort aan de opdrachtgever) is dit aan de voorkant eenvoudig te regelen. Wij helpen je daar graag bij.
Rob de Hair, advocaat ondernemingsrecht
Terug naar overzicht